-
1 openen
2 [opengaan] open ⇒ start/begin business♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉2 [openstellen] open (up)♦voorbeelden:1 aanhalingstekens openen/sluiten • quote, unquoteeen brief openen • open a letterdie deuren openen op de achtertuin • those doors open onto the back gardenonderhandelingen openen • enter into/open negotiationseen rekening openen bij een bank • open an account with a bankeen vergadering openen • open a meetinghet winkelcentrum werd voor het publiek geopend • the shopping centre was opened to the publicfeestelijk/plechtig openen • inaugurate -
2 feestelijk/plechtig openen
feestelijk/plechtig openenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > feestelijk/plechtig openen
-
3 inaugurer
inaugurer [ienooguuree]〈 werkwoord〉v1) inwijden, feestelijk openen2) lanceren, voor het eerst gebruiken -
4 inaugurate
v. inwijden, inhuldigen, onthullen, openen (nieuw tijdperk)[ inno:gjoereet]2 (feestelijk/plechtig) openen
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский